Huisonderwijs geven moeilijk? Maar nee, gij!

Victor krijgt huisonderwijs. Wel ja, huisonderwijs is in zijn geval wellicht veel gezegd. Maar hij gaat dus niet naar school, en bijgevolg krijgt hij al zijn onderwijs thuis. Of ergens onderweg, dat kan ook.

Allereerst: hij is nog een kleuter, voor alle duidelijkheid. En dus speelt hij veel. Zo hoort dat.

En verder zou je denken dat je met zo’n kind knutselt en tekent en puzzelt. Kleit, schildert en samen koekjes bakt. Liedjes zingt en versjes leert.

Wel euhm, nee.

Want meneer doet dat eigenlijk allemaal niet graag. Zoon van zijn vader en kopie van zijn broers wat dat betreft.

Als ik in een goede bui enthousiast (ja echt!) iets voorstel, is het bijna altijd ‘Hoeft niet hoor, mama’.

Wat doen we dan wel? Unschoolen vooral. Leren van het dagelijkse leven, begot! En dat doet hij volop.

Wiskunde bijvoorbeeld. Cijferherkenning ging al snel met nummerplaten (hij is nogal gebeten door allerhande voertuigen), en met de batterij van het tablet leerde hij de getallen tot honderd (‘hoeveel procent is hij opgeladen?’).

 En verder hoort hij ons vaak bezig over getallen:

‘Nee, Victor, je hebt al twaalf nicnacjes op, ’t is goed geweest.’
‘Leon, je bent al 21 minuten te lang op je tablet bezig!’
‘Jawel, Robin, we hebben wel nog 350 euro op onze rekening staan, maar we willen dat niet uitgeven aan een elektrische step.’

En dan later komen er vragen, waarin hij nieuwsgierig wordt naar echt grote getallen, en bezig is met het concept tijd.
‘Is 350 meer dan een miljoen?’
‘Hoeveel dagen ben ik al vijf jaar?’
en vooral deze: ‘Hoeveel minuten moeten we nog rijden? Tien? ZO LANG?!?’

Ook taal komt aan bod. Hij houdt de laatste tijd erg van rijmen (‘Hahahahaaaa, hol rijmt op drol!’). Hij heeft ontdekt dat letters op verschillende manieren geschreven kunnen worden, en vindt dat heel interessant. En hij maakt ein-de-lijk tijd om te luisteren als ik voorlees.

En verder veel wereldoriëntatie. ‘Mama, er zit een heeeel grote spin op het raam! Met vleugels!’ werd aanleiding om poten te gaan tellen en over de langpootmug te gaan lezen.

Onder de douche leerden we over het menselijke lichaam en de verschillen tussen vrouwen en kleine jongetjes (‘Mama! Jouw poenani lijkt op een dood vogeltje!’ Bedankt, kind. En nee, we zeggen hier niet poenani.)

En toen we eens wat verder reden: ‘Zijn we al in een ander land? Is Brussel een ander land? Hoe lang moeten we nog rijden? Een UUR?!? MAAR DAT IS ZESTIG MINUTEN! ZO LANG?!?’

Ja, je ziet het goed, dat laatste was aardrijkskunde én wiskunde tegelijk! Vakoverschrijdend leren heet dat, geloof ik. Wat zijn wij goed bezig! 🙂

Over meehelpen in huis

‘We maken allemaal ons huis vuil. De ene al wat meer dan de andere, hè, Robin? Maar we maken het dus ook samen weer schoon. Het is niet eerlijk als mama en papa alles moeten doen. Dus doe gewoon je taken en zeur daar zo niet over.’

Dat was ik dus, gisteren. En vorige week ergens. En afgelopen zomer wel meer dan tien keer. Tegen Robin en Leon. Allebei hebben ze vaste taken in huis, zoals de tafel dekken en de vaatwasser leegmaken. Klusjes van een paar minuten dus. Al zijn ze blijkbaar wel de moeite om je dramatisch ter aarde te storten. Zucht.

Het begon nochtans allemaal veelbelovend. Ooit waren ze dreumesen die de wasknijpers met hun mollige handjes aangaven, peuters die meehielpen om de gevouwen was in de kasten te leggen en kleuters die aan de slag gingen met vuilblik en borstel. Tergend traag, dat wel. Ik moest op mijn handen gaan zitten om het niet allemaal uit de hunne te trekken en het gewoon even zelf te doen. Maar ze deden het. En allemaal met veel plezier.

Maar ergens is er iets fout gegaan. Ik weet niet hoe en wanneer het gebeurd is, maar nu heb ik een tien- en twaalfjarige in huis die plotsklaps moe worden of pijn krijgen als er iets huishoudelijks gedaan moet worden. Of als ze gewoon hun eigen nest moeten opruimen, verdorie.

Victor van vijf, die verwende jongste, een nakomertje dan nog, is nog niet helemaal verloren. Hij werd tot nu toe met rust gelaten. Het is te zeggen, hij hielp mee als we het vroegen, maar hij had geen vaste taken. Behalve zijn speelgoed opruimen. Wat hij niet deed. Zucht.

Maar nu Robin en Leon weer naar school gaan, is zijn luilekker leventje gedaan, zo besliste ik unaniem. Om te beginnen moet hij zijn rommel achter zijn achterwerkske opruimen en een paar basic huishouddingetjes doen.

En dus haalde ik de magneten die ik lang geleden eens maakte voor Robin en Leon vanonder het stof. Die zijn niet Pinterest-waardig, maar wél duidelijk voor Victor.

Ik heb er voor het dekken en afruimen van de tafel, het opruimen van het speelgoed, het terugschuiven van de stoelen en het borstelen onder de tafel (aargh, die eeuwige kruimels).

En vanaf morgen, of nee, neem maandag maar, ’t is weekend hè, hangen ze op het magneetbord in het kolommetje ‘Te doen, en rap zene’ en mag Victor ze naar ‘Gedaan!’ verschuiven als hij ermee klaar is.

Ik heb het hem al verteld, en hij is zowaar enthousiast. Benieuwd of dat zo blijft als hij doorheeft dat ze voor elke maaltijd zomaar weer naar de eerste kolom verschuiven…

Minimalisme

Aaah, minimalisme. Marcel krijgt al koude rillingen van het woord alleen, en visioenen van mensen die net zoveel borden als gezinsleden hebben, en per man maar twee broeken, twee truien, twee paar sokken, een onderbroek en een marcelleke.

Voor alle duidelijkheid: daar wil ik niet naartoe. Ik zie hem in gedachten al een zucht van verlichting slaken.

Ik wil gewoon alleen spullen in ons huis die we gebruiken. Of spullen waar we echt geweldig blij van worden. De rest? Weg!

‘Jamaar, we houden die planken hier maar beter bij, want ooit ga ik er heel misschien nog wel eens iets mee doen, en dan zou het toch zonde zijn dat we er nieuwe moeten kopen.’

‘Nee, die schaar mag niet weg, leg ze maar bij de andere zeven, want scharen gaan vlug kwijt, hoor.’

‘Jamaar, ik heb dat servies gekregen van mijn tante en nee, we gaan er nooit iets mee doen, en nee, ik vind het ook niet mooi, en nee, ze is niet dood, maar ja, ze gaat ooit wel eens sterven hè, en dan krijgt dat servies een emotionele waarde.’

‘Kan je voor mij nog eens een paar mutsen kopen, want ik heb er nog maar twee goeie.’

Het is dat hij voor de rest ne crème van ne man is, anders zou hij nogal vliegen…

Enfin, ik wil ons huis dus opruimen. Niet gewoon alles in kasten duwen, maar grondig opruimen. En eigenlijk wil ik het liefst al mijn andere verplichtingen verwaarlozen om me languit te storten op dat gigantische opruimwerk, zodat dat binnenkort kláár is.

Maar dat is gewoon niet realistisch. Dusss, stapje voor stapje. Ik beloof dat ik voor- en na-foto’s zal posten, want hoe leuk zijn die! Je kan vast al niet meer wachten :-).

Joepie

Het is zover! Zo’n plaatske op het internet voor mij alleen, om te kwekken over wat mij interesseert? Yes please!

Ik ga schrijven over ons gezinsleven en wat ik als ouder belangrijk vind. Over hoe wij hier huisonderwijs geven. En over minimalisme, of beter gezegd: mijn weg naar een minimalistischer huishouden. En oh my, die is begot nog lang.

Een hamster van een man en drie slodderfloddertjes van kinderen helpen natuurlijk niet mee. Maar een mens mag dromen, niet?

Allez, we zijn vertrokken. Binnenkort vast en zeker meer!