Monopoly

In het kader van gezellig iets samen doen met bijna het hele gezin, deden we gisteren een potje Monopoly. Ik zeg wel met bijna het hele gezin, want Marcel haat gezelschapsspelletjes, dus die deed als vanouds niet mee en nam wat me-time.

Als ik kan kiezen tussen tijd voor mezelf of een spel spelen, dan weet ik het ook wel, maar goed, ik kon eigenlijk niet kiezen. En zo had ik toch nog eens kwalitatieve, onverdeelde aandacht voor de kinderen, en dat kan niet slecht zijn. En morgen ben ik jarig, en dan gaat Marcel zeker wel iets met Victor doen, zodat ik een paar uurtjes voor mezelf heb. Denk ik. Hoop ik.

Maar goed, we deden dus een spel. Een leuke bijkomstigheid aan gezelschapsspelletjes is dat kinderen er vanalles van leren zonder dat het schools wordt, of saai. Zo ook gisteren. Monopoly is voor Victor nog te hoog gegrepen, maar hij zat bij mij in het team en dat vond hij prima.

Als wij aan de beurt waren, liet ik Victor uiteraard zo veel mogelijk zelf doen. Dat was voor mij een oefening in geduldig zijn, en voor hem een oefening in heel veel andere dingen.

Een niet-limitatieve opsomming:

  • Zachtjes gooien met de dobbelstenen, zodat je ze niet aan de andere kant van de living moet gaan zoeken.
  • Het aantal ogen op de dobbelsteen meteen linken aan een getal, en de twee getallen optellen om te kijken hoeveel vakjes je de pion mag verzetten. Als pion had hij de boot gekozen, en daarmee zet je blijkbaar geen stapjes op het spelbord, maar vaar je. En al varend is het moeilijker om de vakjes te tellen, dat werd al snel duidelijk.
  • Optellen. Wij hebben een oldskool Monopoly-editie met bankbiljetten die van 1 tot 500 gaan. Als we iets moesten betalen, zocht Victor met veel plezier de juiste biljetten bij elkaar zodat de som klopte.
  • De namen van de belangrijkste Nederlandse steden. Want we hebben dus de Nederlandse versie van Monopoly, iets met online gekocht en niet goed gekeken. Marcel vond die ook prima, dus we hebben ze gehouden, maar toch vind ik het nog altijd spijtig dat er bij ons geen Aalst, Lange Zoutstraat op het spelbord staat. Ach ja.
  • Engels. Met onze anglofiel Leon in de buurt, is Engels nooit veraf (dat kind heeft sinds een paar maanden Engelssprekende legomannetjes), en als je er een spel mee speelt, krijg je bijkans een taalbad. Toen hij zijn biljetten van een bij de bank inwisselde, hoorde ik hem zeggen: ‘Hashtag getting rid of my ones’. You gotta love that kid.
  • Je concentreren, min of meer stilzitten en niet onnozel doen. Zucht. Laat ons zeggen dat hij duidelijk nog een kleuter is (en dat mag natuurlijk ook gewoon). Als we niet aan de beurt waren, hing hij als een aapje op die lieve, geduldige Robin. En hij vond het een geweldig goeie grap om al ons geld in de pot te doen toen ik even niet keek.

Victor leerde dus heel wat, en dat op een rustdag! Maar halverwege had hij wel genoeg van dat tergend lang durende Monopoly, en is hij iets anders gaan doen. Heel begrijpelijk, ik wou eigenlijk ook iets anders gaan doen. Maar dat deed ik niet, en ik werd beloond met een triomfantelijke overwinning. En toch was er niemand slechtgezind. Hoera.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s