Bemoedigende woorden

Gisteren deed ik sinds lang nog eens iets van spieroefeningen, want nu ik (al lang) geen baby’s, peuters of kleuters meer moet heffen, kwijnt mijn lichaampje langzaamaan weg en dat kan niet de bedoeling zijn.

Nog vóór Robin naar school vertrok, stond ik al min of meer enthousiast een YouTube full body workout te doen. Dat alleen al zou voor een daverend applaus of toch op zijn minst bewonderende blikken van mijn gezinsleden moeten gezorgd hebben.

Maar nee hoor.

Robin trok een wenkbrauw op toen hij me zag squatten, wierp een blik op de razend knappe lesgeefster met prachtig figuur inclusief subtiel sixpack, en sprak de bemoedigende woorden: ‘Die vrouw kan het wel veel beter als u.’

Dit had ik willen zeggen:

‘Ten eerste, en hoe vaak moet ik het nog herhalen, het is ‘dan gij’ en niet ‘als u’. En verder: zoudt ge het denken, Robin? Die vrouw is begot vijftien jaar jonger dan ik,  en ze heeft geen drie kinderen gedragen, op de wereld gezet, met haar eigen lijf gevoed en er jarenlang haar slaap voor gelaten. Nee, zíj kon lekker onbezorgd sporten zonder honderdduizend keer per dag onderbroken te worden door haar nageslacht. En waarschijnlijk is ze ook minder lui, euh moe, dan ik. En laat mij nu!’

Maar ik zweeg. Ik had mijn adem nodig voor andere dingen.

Even later vertrok Robin naar school, en kwam Victor bij mij hangen. Hoeveel moet een mens zo ’s morgens vroeg verdragen, zeg?

Toen ik voor de zoveelste keer een halve minuut stond te planken en ja, oké, trilde van de inspanning, vroeg hij ongelovig: ‘Vind jij dat moeilijk?!?’

Elke keer als de lesgeefster een nieuwe oefening toonde: ‘Dat is keigemakkelijk!!’

Toen ik even een slok uit mijn drinkfles nam tijdens de paar seconden rust die me na elke vijf oefeningen gegund werden: ‘Die mevrouw heeft geen water, hoor.’

Toen ik een stretchoefening lichtjes aanpaste: ‘Waarom zet jij je handen op de grond?’

En toen ik na afloop zwetend opstond om te gaan douchen: ‘Waarom ben jij helemaal nat?’

Na mijn douche was ik uiteraard weer mijn frisse, energieke zelf, maar zo tegen het einde van de dag voelde ik toch wel aan vooral mijn beenspieren dat die duchtig werk hadden verricht die ochtend. Ik zei er terloops iets van, niet eens klaaglijk, maar het leverde me toch wat hoongelach van Robin op.

Je ziet, lieve lezer, voor die kinderen van mij is een carrière als sportcoach echt wel weggelegd…

Enfin, vandaag is dus de dag na die full body workout, en ik heb precies dringend een full body masságe nodig nu. Even Marcel gaan zoeken ;-).

Ups en downs

Het leven gaat met ups en downs, en het lijkt er sterk op dat mijn blog het eerste is wat ik verwaarloos, nog vóór het huishouden, als het wat minder gaat, als ik het drukker heb dan normaal of als ik in mijn hoofd te veel met andere dingen bezig ben.

Ik begin dus maar met mij te excuseren, lieve lezer, dat het begot twee maanden geleden is dat ik nog iets postte, en ik beloof bij dezen meteen plechtig dat ik weer meer ga schrijven. Want behalve hopelijk wat entertainment voor jou, is deze blog toch ook wel een hobby, en ik heb al zo weinig hobby’s (of telt YouTube-filmpjes kijken ook?) dat het wel erg zielig wordt als schrijven zou wegvallen.

Maar goed, doordat ik hier zo lang niet geschreven heb, ben je ook niet op de hoogte van wat er wel niet allemaal gebeurd is ondertussen. Zoals ons hele gezin in de Covid-ziekenboeg, en een extra kind dat thuisonderwijs krijgt. Allez ja, het was al een kind van ons, hoor, want het is Leon maar, die kort gezegd en zacht uitgedrukt toch niet erg gelukkig werd van school. Ik wijd er in een volgende blogpost ongetwijfeld verder over uit.

Maar ups en downs dus, en sinds we kinderen hebben al helemaal. Het was in hun prille kindertijd extremer, maar ook nu nog hebben ze alle drie periodes waarin ze zo lief en leuk zijn dat ik er in een onbewaakt en, ik geef het toe, onnozel, onrealistisch, onverantwoord en belachelijk hormonaal moment nog wel een zou willen (gelukkig heb ik Marcel om me tegen te houden), en periodes waarin ik me afvraag waarom ik in godsnaam niet geleerd was na één kind, en waarom ik kinderen zonder broers of zussen zielig vond.

Momenteel zitten ze hier alle drie in een best aangename periode, maar tot voor kort was dat vooral met Victor helemaal niet het geval.

Nu moet je weten dat Victor in zijn normale doen geregeld dingen zegt als:

‘Jij bent de liefste vrouw van de hele wereld, en papa is de liefste man.’
‘Hier lig ik nu, naast deze mooie vrouw.’
‘‘Amai, je hebt iets moois aan, mama. Maar ja, al jouw kleren zijn eigenlijk wel mooi, hè.’
en
‘‘Ik zie grijs haar daar, maar ik vind dat mooi, hoor, grijs haar.’

Je ziet, dat kind is helemaal zot van zijn ouders en kan dat gewoonlijk niet genoeg benadrukken.

Nu ging het ietwat anders. Zo was hij een keertje boos omdat ik geïrriteerd op hem had gereageerd nadat hij al een héle dag ambetant deed.

Ik zei te mijner verdediging:
‘Ja zeg, mijn geduld is niet eindeloos, hè Victor, ik ben ook maar een mens.’
– ‘Een slecht mens!!’

En verder deelde hij me geregeld mee dat hij me niet meer graag zag en dat hij me nooit meer wou zien, bijvoorbeeld omdat hij niet à volonté koeken mocht eten, omdat ik geen zin had om uit mijn hoofd een legovliegtuigje te bouwen of omdat hij ’s avonds na het tandenpoetsen geen glas sap meer mocht.

Sinds een week of wat zit hij gelukkig weer prima in zijn vel. Gisteren zei hij bijvoorbeeld: ‘Ik zie u voor altijd graag! Misschien ga ik ooit nog wel eens zeggen dat ik u niet meer graag zie, maar ik meen dat dan niet.’

Allez gij! Maar lief dat je het zegt, kind. Ik zal er u te gepasten tijde aan herinneren.