Heel even alleenstaande ouder

Vanavond komt Marcel terug van vijf dagen Oostenrijk. Hij is met een van zijn oudste zonen gaan skiën, wat we met het gezin nooit doen, want ik krijg begot stress van een skivakantie waarin ik, je weet het nooit, misschien wel een of meerdere ledematen breek of in een ravijn stort.

Ik ski dus niet graag, en ook helemaal niet goed, en de kinderen hebben het nooit geleerd, dus het was voor Marcel wel erg leuk dat hij met een volwassen zoon kon gaan die het wel kan, en die bijvoorbeeld ook niet jengelt dat het te warm is in de sauna achteraf.

Dat Marcel weg was, was wel even een aanpassing, want hij werkt net als ik van thuis uit en we zijn dus eigenlijk altijd samen.

En meestal vind ik dat heel leuk, hoor, want Marcel is echt een erg aardige man. Maar zo afhankelijk van de tijd van de maand, heb ik ook dagen dat ik hem ’s avonds als de kinderen slapen met een grote zwaai de deur uit wil zwieren, zodat ik potverdorie ook eens alléén kan zijn en nee, stillekes tv-kijken mag dan ook niet.

Natuurlijk plande hij zijn vakantie niet net op die dagen, typisch.

Maar goed, sinds woensdag stond ik dus in mijn uppie volledig in voor het huishouden, de catering en de opvoeding van de jongens, en dat ben ik dus niet gewoon, want Marcel is niet alleen altijd thuis, hij is ook nog eens een extreem nieuwe man, die zich uit zichzelf en zonder morren steevast erg nuttig maakt.

Ik had hem op voorhand gevraagd wat hij altijd doet en ik zeker niet mocht vergeten, en dat lijstje was gelukkig kort. Er stond wel op dat de vuilkar waarschijnlijk vrijdag kwam en dat ik de vuilnisbak dus donderdagavond moest buitenzetten. Al was hij niet zeker, want de planning was veranderd, dus ik moest maar kijken wat de buren deden.

Kijken wat de buren deden, zeg, ik had mijn handen en hoofd meer dan vol. En dus mocht ik dónderdagochtend een spurtje trekken met de vuilnisbak achter me aan, maar hey, het is gelukt. Mocht hij het gezien hebben, mijn sportieve Robin zou trots op me geweest zijn.

Het huishouden alleen runnen en zorgen dat er elke dag lekker en vers eten was (op de frieten van gisterenavond na), dat lukte wel hoor. Alleen waren de technische probleempjes er wat veel aan. Vijf minuten voor Marcel dinsdagnacht vertrok, viel de stroom uit, en hij kon op die korte tijd niet vinden wat het probleem juist was. Geen paniek, lieve lezer, ik zat hier geen vijf dagen zonder elektriciteit, maar de garagepoort wil niet meer opengaan en ik moest een plint onder de keuken uit halen om de afwasmachine via een verlengkabel in een ander stopcontact te steken. En sinds gisteren lekt de kraan in de keuken, zodat we nu voor alles wat met water te maken heeft, naar de badkamer mogen lopen.

Gelukkig maakten mijn lieve jongens veel goed. Robin was echt de hele tijd lief en behulpzaam. Ik wist dat het erin zat, hoor, maar het komt er hier thuis meestal niet zo veelvuldig uit als nu.

Ook Leon heeft deze week extra zijn best gedaan, en heeft heel vaak en fijn met Victor gespeeld, wat ook erg welkom was.

Want Victor zelf deed totaal geen extra moeite om me wat te ontlasten; ik vond hem zelfs wat zeurderiger dan normaal. Misschien miste hij Marcel wel erg, getuige zijn uitspraak ‘Ik ben het al gewoon om zonder papa te zijn, en ik vind het NIET leuk’, en terwijl ik dit schrijf, vraagt hij elke vijf à tien minuten hoe lang het nu nog duurt voor papa terug is.

In ieder geval kan ik zelf niet veel goed meer doen. Waar hij vorige week nog een paar harten op ons groot whiteboard tekende, met daaronder mama en papa (en het ons glunderend en met een blik vol liefde kwam tonen), trok hij deze voormiddag, onderwijl demonstratief naar mij kijkend, een kruis over een van de harten en het woord mama toen ik hem meedeelde dat hij voor nu genoeg schermtijd had gehad:

Maar hoera, over tweeënhalf uur is Marcel terug, en zullen zijn batterijen vast zo opgeladen zijn, dat ik Victor met al zijn jammerklachten, vragen, eisen en bezorgdheden met een gerust hart kan doorverwijzen naar zijn vader, die hij wel nog graag ziet. Ideaal!

De vakantie is alweer voorbij, zeg

Vandaag was de laatste dag van de krokusvakantie. Vooral Robin is daar niet over te spreken, maar goed, hij is dan ook het enige kind hier dat nog naar school gaat, dus dat is wel begrijpelijk.

Toen ik hem daarnet vroeg om even een minuutje met iets te helpen, zei hij: ‘Wil je nu echt dat ik in mijn láátste uren vakantie aan zóiets mijn tijd ga besteden? Morgen moet ik terug naar school, hoor!’

Hij vond de vakantie veel te kort, maar dat had hij op voorhand ook al aangekondigd, dus dat was geen verrassing.

Wat niet hielp, is dat hij een beetje huiswerk voor wiskunde en Frans had, en dat belette hem naar eigen zeggen om ten volle van de vakantie te genieten, want, en ik citeer: ‘ik denk te vaak aan wat ik nog voor school moet doen.’

Ja kind, maak uw huiswerk dan een van de eerste dagen, dan hoeft ge er toch niet meer aan te denken?

Het was belachelijk dat ik zoiets durfde te zeggen. En verder bleek ik ook te veel van hem te verlangen qua huishouden en vooral zijn eigen rommel opruimen, en dat maakte het allemaal nog veel erger, zeg. Het arm schaap.

Wat schoolwerk betreft (en ook vele andere dingen), was ik zelf natuurlijk een voorbeeldig kind, maar Marcel moest met het schaamrood op de kaken bekennen dat hij dat ook steeds uitstelde. Wel ja, schaamrood op de kaken… Eerder met een grijns vertelde hij dat hij op vrijdagavond zijn boekentas in een hoek gooide, om ze er heel misschien zondagavond weer uit te halen om iets voor school te doen. Heel misschien.

Enfin ja, een goed voorbeeld is Marcel weerom niet te noemen, maar gelukkig is Robin van nature plichtsbewuster, dus ik hoef hem niet achter zijn vodden te zitten voor dat huiswerk. Hij zou er gewoon wat minder over moeten klagen, dat zou al fijn zijn.

Leon en Victor hadden ook vakantie, want tijdens schoolvakanties doen we niet aan thuisonderwijs, maar Victor stopt natuurlijk nooit met leren. Hij is de laatste tijd vooral veel bezig met lezen, en zo pikt hij natuurlijk heel wat op. Vandaag nog zei hij: ‘Mama, wist je dat vergrendelt soms met een t en soms met een d geschreven wordt?’

Ja, vriend, dat wist ik, en mijn hart maakt een sprongetje van vreugde dat jij dat al ontdekt hebt. Binnenkort maken we eens tijd voor de dt-regels, ik kan al niet meer wachten.

Leon is helaas iets minder leergierig en in mijn beleving heeft hij vooral veel lamlendig rondgehangen in zijn pyjama afgelopen week. In Leons beleving blijkbaar niet, want zelf vond hij de vakantie te druk, en hij wil de volgende keer meer dagen gewoon thuis zijn zonder bezoek en zonder plannen. Al een geluk dat hij morgen niet naar school hoeft, maar kan bijkomen van de drukke week, zeg.