Ziek

Minstens twee van mijn kinderen zouden het durven tegenspreken, maar ik ben best nog jong. En ook vitaal, vol levenslust en onlangs nog had ik volgens de dokter indrukwekkend goede bloedresultaten.

Dus toen Leon ziek werd, zo anderhalve week geleden, ging ik er alvast niet vanuit dat ik ging volgen. En zelfs toen Robin en Victor het een paar dagen later ook te pakken hadden, maakte ik me nog geen zorgen over mijn eigen gezondheid. Ik voelde me immers nog kiplekker.

Kiplekker wil echter niet zeggen dat ik door die dagen huppelde als een jong veulen, want daar waren de omstandigheden niet echt naar.

Ik ga nu geen namen noemen, maar ik had een kind dat rochelend in de zetel lag en om het minste boos werd, een kind dat lijkbleek alleen maar scheen te wachten tot de dag over was, terwijl het af en toe weeklaagde dat het het haatte om ziek te zijn en een kind dat afwisselend veeleisend, zeurderig en huilerig was, maar wel aanhoudend hangerig. En alle drie hadden ze bijna geen eetlust, wat wel goedkoop is en dus langs de ene kant welkom in deze tijden van torenhoge inflatie, maar ik zag het toch liever anders.

Wat ik liever ook anders zag, waren de quasi slapeloze nachten, uiteraard aaneengesloten, met eerst een Victor die onrustige koortsdromen had, dan een kreunende en snotsnuivende Victor, daarna een voortdurend hoestende Victor en ten slotte een heerlijk slapende, maar luid snurkende Victor.

En en passant werd er ’s nachts op een onbewaakt moment vol in mijn gezicht gehoest, niesde meneer wel twee keer op mijn boterham en had hij de sterke voorkeur om ook overdag op mij of toch ten minste vlak naast mij te vertoeven.

Je snapt wel, lieve lezer, dat zelfs een fit en sterk lichaam als het mijne niet opgewassen is tegen zo veel virusgeweld in combinatie met totale uitputting. En dus voelde ik woensdagavond dat er iets leek te broeien bij mij, en vreesde ik donderdag voor de echte griep, want man man man, zo slecht had ik me in geen tijden gevoeld. Gelukkig was het vrijdag al duidelijk beter, dus dat was vals alarm.

Maar een pittig virus was het wel. Robin is intussen weer de oude, maar Leon en Victor, die eerst beter waren, zijn een beetje hervallen, al gaat het met hen intussen ook wel weer de goede kant op.

Alleen Marcel is gespaard gebleven, al voelde hij zich gisteren ‘toch ook een beetje zwak, hoor’, maar dat was misschien omdat hij drie dagen in zijn eentje het hele huishouden heeft rechtgehouden, het arme schaap.

Gelukkig ben ik sinds vandaag weer min of meer op de been, al staat mijn energiepeil nog op het niveau dat ik keuzes moet maken. Ik kan niet én de keuken opruimen én de was ophangen bijvoorbeeld, want dan krijg ik elastieken benen. Dus nadat de keuken klaar was, werd het deze blogpost schrijven. Hoera!

1 april

Lieve lezers die deze blog al een tijdje volgen, weten inmiddels dat ik erg vlijtig ben en altijd netjes mijn zaakjes op orde heb.

Oké, oké, dat is misschien lichtelijk overdreven. Toch haalde ik laatst met het mooie lenteweer de winterjassen van de kapstok en verving ze door minder warme exemplaren. En verder legde ik mijn dikke truien al ergens hoog in de kast, in de hoop ze pas in oktober weer tevoorschijn te moeten halen.

Vandaag is het 1 april en heeft het gesneeuwd. Volgende keer wacht ik echt tot de IJsheiligen gepasseerd zijn.

Maar 1 april, dus. Dat was natuurlijk de hele dag lachen, gieren, brullen hier, zo zijn we.

Nee, niet echt, maar Victor heeft wel met veel enthousiasme post-its beschreven en op ruggen geplakt, onderwijl de hele tijd giechelend. Het woordje subtiel is voor hem nog hoog gegrepen.

Leon, die normaal nu met een goede vriend aan zee zou zitten, is snotterig en koortsig, maar voelde zich iets beter dan gisteren en bouwde met LEGO een granaat na. Dat vond Victor het einde, en dus belandde de granaat meer dan eens vlak naast me, met de pin eruit getrokken dan nog. Een paar keer zogezegd paniekerig weglopen was net niet te veel gevraagd, maar ik had ook mijn grenzen (en een hoop administratief werk).

Robin ging vandaag gewoon naar school, maar heeft nu wel twee weken paasvakantie, hoera!

De laatste weken waren best pittig op school, met vooral veel werk voor Frans, en dat is niet bepaald zijn lievelingsvak.

Hij moest een presentatie in zijn eigen Franse woorden doen, en zo heeft hij er niet veel, maar de lerares vond het toch goed, dus dat was fijn. En verder had hij een grote toets over Franse werkwoordvervoegingen. Hij appte me dat hij zijn grand-mère vergeten was, die hij mocht gebruiken tijdens de toets. Grámmaire, vriend, grámmaire, of denk je echt dat oma mag komen helpen?

Ook de laatste bundel van wiskunde, een vak dat hem een pak beter ligt, zorgde voor wat frustratie,  want er moest nogal veel zorgvuldig geconstrueerd worden, en dat is ook zijn ding al niet. En toen hij een punt moest benoemen met de hoofdletter M, gaf hij het maar de kleine letter m, want hij was vergeten hoe hij de hoofdletter M moest schrijven. En dat gaf niet, want hij ging die toch nooit nodig hebben later, die hoofdletter M.

Toen ik hem er fijntjes op wees dat er in zijn eigen naam begot een hoofdletter M komt en zijn euro viel (‘Huh, in Robin? Aaaah, in mijn áchternaam!’), moest hij toch eens schaapachtig lachen.

Zo’n school waar bijna alles digitaal wordt gedaan, het heeft toch ook zijn nadelen. Misschien moeten we deze vakantie maar wat aandacht besteden aan opnieuw leren schrijven. Of misschien ook niet.