In september ging ik voor een halfjaarlijkse controle naar de tandarts, en die wist me te vertellen dat alles er prima uitzag, maar dat ze toch nog een foto wou maken, want dat was alweer zo lang geleden.
Zo gezegd, zo gedaan, en miljaar, ze ontdekte een klein gaatje in een van mijn wijsheidstanden, onder het tandvlees, en daar kon ze niet aan en dus moest die tand eruit. Shit zeg.
De tandarts verwees me door naar een kaakchirurg, want ze ging de tand niet zelf trekken, hoor. Maar ik moest me geen zorgen maken, want het zag er goed uit op de foto en ze verwachtte geen problemen.
Maandagochtend was het dan zover. De kaakchirurg was erg vriendelijk en beaamde dat het een klusje van niks werd. ‘Ik ga u zachtjes verdoven en dan heel zachtaardig de tand trekken’. Een man naar mijn hart dus. Al neuriede hij wel de hele tijd tijdens de procedure, en ik wist niet of ik dat aandoenlijk of psychopathisch vond. Ik weet het eigenlijk nog altijd niet.

Maar eerlijk is eerlijk, het trekken zelf viel goed mee. Wel wat niet erg zachtaardig gewrik aan mijn onderkaak waar mijn kaakgewricht niet blij mee was, maar oké, niets om bang voor te zijn, en het was ook zo voorbij.
Allemaal vlot gegaan dus, hoera, en volgens het inlichtingenblad dat ik kreeg, kon ik twee à vijf dagen last of pijn verwachten, afhankelijk van hoe gecompliceerd de ingreep was geweest. Twee dagen dan hè, voor dit klusje van niks.
Ze hadden me goed liggen, zeg.
Ik ga hier niet beweren dat ik superstoer ben en een hoge pijngrens heb, want dat zou echt flagrant liegen zijn.
Maar dat Robins aft meer pijn deed zoals hij zelf beweerde, dat kan écht niet. En dat ik ondanks vlijtig ijs op mijn wang te hebben gelegd vanaf de tweede dag asymmetrische hamster werd genoemd door mijn gezinsleden, is toch wel een bewijs dat ik niet gewoon de dramaqueen uithing hè zeg.
Enfin, praten deed pijn, lachen deed pijn, eten deed pijn, gewoon niks doen deed pijn en tandenpoetsen deed echt veel pijn. En nee, dat was na twee dagen niet over, en na vijf dagen ook niet.
We zijn nu dag zeven en het gaat sinds gisteren een stuk beter. Tot grote vreugde van mijn gezinsleden babbel ik intussen weer naar hartenlust en kan ik ook weer flauwtjes lachen met hun geweldige grappen. De zwelling is zo goed als weg, eten lukt als ik voorzichtig blijf (aan de andere kant) en gaat niet meer zo belachelijk traag, en ook tandenpoetsen gaat steeds beter. De pijn is geëvolueerd naar een zeurderig gevoel, dat ik als last zou omschrijven.
Gelukkig stond die last me vandaag niet in de weg om de keuken en de living op te ruimen, een was weg te werken, een tekening te maken en deze blogpost te schrijven. En nu heb ik zelfs nog energie over, zeg. Ik zal eens vragen aan het ziekenhuis of ik hun inlichtingenblad mag herschrijven.