Vergane schepen

Al bijna hun hele kindertijd gaat het bij alle drie mijn kinderen zo: ze krijgen interesse in iets, verliezen zich er helemaal in en zijn dan niet te stoppen. Ze lezen erover (of wensen erover voorgelezen te worden), kijken filmpjes, stellen oneindig veel vragen, en vertellen en vertellen en vertellen erover tot je hen verbiedt om er nog een woord over te zeggen omdat je anders niet meer voor jezelf instaat. Jezus toch.

Robin heeft bijvoorbeeld een kippenfase gehad, en later ging het over honden, pompoenen, het menselijke lichaam, konijnen, opnieuw kippen, Tesla, Usain Bolt, fotografie en nu weer kippen.

Bij Leon waren het onder andere treinen, de ruimte, Harry Potter, hoe je een Rubik’s Cube oplost, topografie, communisme en nu is schaken al wat de klok slaat.

En bij Victor is het heel lang de politie geweest (trouwe lezers van mijn blog herinneren het zich vast wel), en verder ook de ruimte, snelle auto’s, en vliegtuigen, liefst neerstortende dan nog.

En sinds een maand of drie is het schepen, maar dan alleen schepen die vergaan zijn, het luguber kind toch weer. Hij wil er echt alles over weten, zoals de afmetingen van het schip, het bouwjaar, het aantal passagiers, wanneer het gezonken is, wat de oorzaak was, hoe het zinkproces precies verlopen is, hoe lang het duurde, hoeveel doden er waren en nog veel meer.

Gelukkig zijn er heel wat scheepsrampen verfilmd, en van minstens eentje zijn er zelfs live beelden, en dus is YouTube een fijne bron van zinkscènes.

Je kan het wellicht al raden, lieve lezer, maar de Titanic is zijn favoriet. En dus heeft hij van Lego een schaalmodelletje gebouwd dat op dezelfde plek kan breken als de Titanic deed toen die zonk. En natuurlijk maakte hij er ook een ijsbergje bij, ah ja.

En dan tijdens zijn spel, hij kan er uren mee bezig zijn, zingt hij echt elke keer uit volle borst My Heart Will Go On van Celine Dion in zijn Engels met heel veel haar erop. Want dat liedje is, raar maar waar, heel vaak de achtergrondmuziek van de YouTube-filmpjes die hij kijkt.

Ook terwijl ik deze blogpost schrijf, zit Victor naast mij te zingen. Het is een wonder dat ik iets uit mijn toetsenbord krijg.

Al heeft het ook wel voordelen, hoor, zo’n zingend kind de ganse tijd. Het brengt bijvoorbeeld echt leven in huis, al was hier eigenlijk al wel leven genoeg.

Maar ik ga wel weten wat te zeggen tegen de onderwijsinspectie volgende keer, als ze vragen wat die onartistieke cultuurbarbaar van een kind van mij in godsnaam doet voor muzische vorming. Aha!

En verder betekent dat vele zingen voor mij ook dat hij blij is, en dat is toch een fijne gedachte, die ik ook met Leon deelde toen die gisteren zijn beklag deed over Victors niet aflatende gezang.

‘Hij wel ja, maar iedereen rond hem niet meer!’

We troosten ons maar met het feit dat hij een betere zangstem heeft dan zijn vader. Het had echt véél erger kunnen zijn.

Ongemotiveerde lapzwanzerij

Empathisch als ik ben, hoop ik dat er niet te veel lieve lezers zijn die steeds reikhalzend uitkijken naar een nieuwe blogpost, want dan zaten die dit jaar al serieus op hun honger en ik heb er niet eens een goed excuus voor (een slecht ook niet).

Enfin ja, ik heb niet veel tijd, hè. Met drie kinderen in thuisonderwijs en dan ook nog mijn werk, dat eeuwige huishouden en YouTube bingen… Wanneer moet een mens nog bloggen? Ik zal mijn prioriteiten eens moeten bijstellen.

Vooral dat thuisonderwijs neemt heel veel tijd in beslag. Gelukkig kunnen Robin en Leon wel een aantal dingen samen doen, al loopt dat niet altijd van een leien dakje. Ofwel zit er ene te dicht met zijn voeten bij de andere, zegt iemand al dan niet moedwillig het antwoord voor (Robin!) of worden er winden of boeren gelaten (ik laat in het midden wie daar quasi altijd schuldig aan is, al kan ik wel verklappen dat ik het niet ben).

Het thuisonderwijs gaat, zoals zovele dingen, met ups en downs en de laatste tijd zitten we niet bepaald in onze beste periode. Ik weet ook niet waar het aan ligt, maar de motivatie bij zowel de leerlingen als de leerkracht hier, is bij momenten ver te zoeken.

Robin is nog mijn meest gemotiveerde kind, al is dat momenteel geen heuse prestatie, maar oké, ik klaag niet. Marcel en ik maken elkaar zelfs wijs dat we het ergste van zijn puberteit al achter de rug hebben, wat met zijn veertien en een half wellicht onwaarschijnlijk is, maar laat ons alstublieft in de waan, lieve lezer, het is zo al moeilijk genoeg.

Victor is van mening dat hij nu wel juist genoeg kan schrijven zeg, dus waarom in godsnaam nog verder oefenen, pffff, moet dat echt? Ja, kind.

En dan Leon nog, die werkelijk geen enkel nut ziet in geen enkel van de vakken waar hij nog examen voor moet afleggen, en je gaat het niet geloven, maar de vakken waarvoor hij al examen gedaan heeft, daar zag hij ook het nut al niet van in. Gelukkig zijn zijn resultaten tot nu toe meer dan behoorlijk en hoeft hij ze niet opnieuw te doen.

Ik ben zelf niet echt te vinden voor examens en punten en vooral de invloed daarvan op het leren van kinderen (en dan druk ik me nog zacht uit), maar examens horen er nu eenmaal bij als je thuisonderwijs doet (in het merendeel van de scholen natuurlijk ook). En ja, ik wil ook wel dat ze uiteindelijk hun diploma secundair onderwijs halen, om dan liefst ook leergierig en vol interesse het hoger onderwijs door te huppelen, want met hun handen werken zit er hier écht niet in.

Thuisonderwijskinderen zijn verplicht om op de leeftijd dat ze normaal in het zesde leerjaar zouden zitten een reeks examens af te leggen om het getuigschrift basisonderwijs te halen (dat is voor onze Victor van zeven nog ver weg), en daarna om de examens van de eerste graad secundair onderwijs te doen, via de examencommissie in Brussel. En daar is Leon dus mee bezig.

Ik vond zelf de examenperiodes in het secundair onderwijs nog wel oké. Je had steeds een namiddag vrij om het examen van de dag erna te studeren, en voor mij was dat altijd ruim voldoende, al beweer ik niet dat die leerstof ook in mijn lange termijngeheugen geraakte. De namen van de verschillende soorten wolken, wanneer je de subjonctief in het Frans ook alweer moet gebruiken of hoe je in godsnaam een integraal oplost? Ik zou het begot niet meer weten, maar ik leer het wel weer opnieuw met mijn kinderen nu. Ik kijk er al naar uit, zeg.

In ieder geval werkt de tactiek om vlug de dag voor het examen alles te leren niet voor de examencommissie, want het gaat steeds over leerstof van een hele graad, en die krijg je niet eens overlopen in die tijd. Dus idealiter zou Leon goed op voorhand bekijken wat en hoeveel hij precies moet leren, om die grote brok leerstof dan te verdelen over de tijd die hij nog heeft tot het examen, uiteraard ook nog tijd vrijhoudend voor broodnodige herhaling. Ja toch?

Zo gaat het dus niet. Gelukkig weet ik dat plannen sowieso nog moeilijk is voor pubers vanwege hun totaal onderontwikkelde prefrontale cortex, en voor pubers als Leon, die in een ongemotiveerde lapzwansfase zitten, is het dus helemaal niet te doen. Ik ben dus al blij dat hij ongeveer doet wat ik hem vraag, laat ons het daarop houden.

En natuurlijk zal hij ook moeten leren plannen, maar ik ga dat uitstellen tot hij in een andere fase zit. Want ooit gaat die wel komen, hoor. Ja toch?