Tamelijk zwak

Hoewel Marcel en ik op vele vlakken bijzonder goed overeenkomen, zijn onze persoonlijkheden toch best verschillend.

Hij doet gerust een praatje van een half uur met een fruitverkoper aan de kant van de weg die hij van haar noch pluim kent. Ik heb een serieus broertje dood aan small talk.

Hij trekt zich niets aan van wat andere mensen over hem denken. Ik schaam me soms in zijn plaats. Ge kunt er echt nergens mee komen.

Hij is eerder maximalistisch en houdt dingen graag bij voor het geval ze ooit nog eens van pas komen. Ik wil enkel houden wat we echt gebruiken of waar we blij van worden, en de rest mag wat mij betreft opbranden (of nee, oké, opgehaald worden door wie er echt nog iets mee doet, dat zou uiteraard beter zijn).

Hij moet spullen in het zicht zien liggen of hij vergeet ze gewoon. Ik wil alles in gesloten kasten, zodat mijn omgeving rust uitstraalt.

En verder is hij blij als een project grotendeels afgewerkt is, terwijl ik me pas echt voldaan voel als het echt helemaal klaar is en van het to-dolijstje afgestreept kan worden.

Begrijp me niet verkeerd, lieve lezer, het is absoluut niet mijn bedoeling om Marcel hier in een kwaad daglicht te stellen. Mijn persoonlijkheid is niet beter dan de zijne, we zijn gewoon anders. En tja, daardoor ontstaan er af en toe wel lichte ergernissen, zowel van zijn als van mijn kant.

En soms ook van ergens helemaal anders, want de laatste lichte ergernis kwam uit het kamp van Robin, die de verlengkabel die dwars door zijn kamer richting Victors nestje loopt intussen grondig beu is. Om die weg te krijgen, moet de elektriciteit in en rond het nestje afgewerkt worden, iets waar ik ook wel blij van zou worden.

Elektriciteitswerken zijn toevallig een van Marcels specialiteiten en dus zou dat klusje een fluitje van een cent moeten zijn, maar hij deelde ons fijntjes mee dat hij er helemaal nog niet mee kon beginnen, want hij moest daarvoor langs de zolder en daar stonden heel wat dozen in de weg.

Aha! Nu kan ik behalve mentale steun bieden niet veel doen aan die elektriciteit, maar met dozen op zolder weet ik wél raad. We haalden ze naar beneden en vonden het volgende, allemaal uit de tijd van voor ik bij Marcel kwam wonen en waarvan ik geen idee had dat we het in huis hadden:

– kinderspeelgoed, spelletjes en puzzels van Marcels oudste zonen;
– een hele reeks sprookjesboeken met bijbehorende cassettes;
– schoolboeken, schriften en toetsen van Marcels middelbare schooltijd;
– Marcels oude legertenue;
– oude paperassen van de zaak.

Ik maakte een vriendin heel blij met de sprookjesboeken en cassettes en met het gros van Marcels oude legerkleding. Marcels grote zonen waren niet geïnteresseerd in hun oude speelgoed en Victor ook niet op een dingetje na,  dus dat kon samen met de spelletjes en de puzzels naar de kringloopwinkel. De rest kon bijna allemaal rechtstreeks in de papiercontainer. Zalig.

Ongeveer het enige wat bleef, waren Marcels schriften en toetsen van lang geleden, waar hij graag nog eens naar kijkt, ook al staat er op verschillende toetsen de quotering ‘TZ’, wat volgens hem ‘tamelijk zwak’ betekent (en dat kan ook wel, als je de toetsen bekijkt).

Dat alleen al maakte het de moeite waard om al die papieren te overlopen, want ik heb er intussen een gewoonte van gemaakt om ‘tamelijk zwak’ tegen Marcel te zeggen als er iets niet helemaal goed gaat. Hèhè.

Maar los daarvan hebben we weer een hele stap gezet in het ontrommelen van ons huis, en is de plaats op zolder waar Marcel moet zijn voor de elektriciteitswerken intussen prima toegankelijk. Ik sta alvast klaar om mentale steun te bieden.

Victors nestje

De vele trouwe lezers van mijn blog (hèhè) herinneren zich vast nog dat we hier twee zomers geleden een kamerwissel deden, waardoor we nu allemaal boven slapen. Dat is voor veel mensen blijkbaar niet wenselijk (of dat hoor ik toch geregeld), maar wij vinden het net fijn om niet te ver van onze kinderen te slapen.

We hebben boven drie slaapkamers, wat zo net iets te weinig lijkt als je er twee volwassenen, twee tieners en een kind te slapen moet leggen.

Gelukkig sliep dat kind maar wat graag bij zijn ouders, dus echt een probleem was dat niet.

Merk het gebruik van de onvoltooid verleden tijd op in de vorige zin.

Want Victor begon zo eind vorig jaar toch stilaan naar een eigen plek te vragen, en om eerlijk te zijn vroeg Marcel zelfs al wat langer naar een eigen plek (gelukkig mocht ik daar dan nog wel bij).

Ja oké, zou je kunnen denken, jullie oude slaapkamer beneden is toch vrij, dan moet er maar iemand naar daar verhuizen. Maar ja,  Robin en Leon wilden helemaal niet van kamer veranderen, en Victor meteen op een andere verdieping leggen, nee, dat was niet alleen voor hem meer dan een stap te ver.

Marcel zou Marcel niet zijn als hij niet met een lumineus idee kwam waar iedereen gelukkig van werd. En deze keer kwam hij zelfs met een idee dat praktisch en financieel haalbaar was.

Want ‘boven het trapgat is toch nog plaats, daar kunnen we toch een soort minikamertje maken voor Victor?’



Enfin, om een lang verhaal kort te maken, maakte Marcel met een kameraad een platform op een stevig metalen frame, dat rust op verankerde kasten die hoog genoeg zijn zodat onze lange zwik Robin ook nog de trap op en af kan zonder zijn hoofd steeds in te moeten trekken.

Er werd een muurtje van meubelplaat vastgemaakt, en om het geheel wat open en licht, maar toch veilig te maken, werd aan de overige zijkanten een stevig net voorzien.

Victor koos intussen met veel zorg en enthousiasme nieuw beddengoed, een mini-nachtkastje, een klokje en een nachtlampje uit, et voilà:

Victor is er heel blij mee, en slaapt er als een roos tot ’s morgens, om dan nog even in het grote bed te kruipen om nog wat verder te slapen/heerlijk te knuffelen/zeurderig te vragen wanneer we gaan opstaan (hij durft niet alleen beneden te zijn).

En ja, het is maar simpel en minimalistisch, maar hé, daar hou ik net van, en ook Victor vindt het prachtig. Voor zijn persoonlijke spullen heeft hij voorlopig in de living een plekje, en later krijgt hij een van de kasten onder zijn nestje te zijner beschikking.

En ja, het is ook heel klein, maar hij kan er nog net in staan, dus hij moet niet zeuren, vinden we. En verder dient het niet om in te spelen (daar heeft hij sowieso geen interesse in), maar om in te slapen, en daarvoor is het meer dan groot genoeg. En hoe gezellig is het, zeg. Robin heeft zelfs bijna nog getwijfeld om met Victor te wisselen van kamer. Bijna.

Verder gebiedt de eerlijkheid me te zeggen dat het nog niet helemaal klaar is. Zijn nachtlampje heeft nog geen stroom, en de ladder om erop te geraken is nu nog de metalen trapladder van Marcel, maar die wordt hopelijk binnenkort vervangen door een mooie, houten molenaarstrap. En waarschijnlijk komen er op termijn nog gordijntjes voor wat meer privacy. Als hij daar zelf naar begint te vragen.

Lieve lezers die zich zorgen maken dat Victor het de rest van zijn jeugd zal moeten doen met deze soort van Harry Potterkast maar dan boven de trap, kunnen op hun twee oren slapen. Ik ga ervan uit dat er wel een Chinese vrijwilliger te vinden zal zijn om beneden te gaan slapen zodra hij niet meer blij is met zijn nestje. Maar dat zien we dan wel weer.