Mogelijkheden zat

Marcel en ik zijn elkaars beste vrienden. En ook wel meer dan dat, hoor, voor je je zorgen maakt over de romantiek in onze relatie. Maar we komen dus heel goed overeen, zijn graag bij elkaar en kunnen elkaar alles vertellen.

Hou dat in gedachten bij het lezen van deze blogpost, lieve lezer.

Want we zijn ook zo ontzettend verschillend dat een buitenstaander zich soms zou afvragen of we eigenlijk wel bij elkaar passen. Wel ja, opposites attract zeker? Dat zal wel waar zijn. Maar soms ergeren ze elkaar ook.

Ten eerste doet hij graag praatjes met aardbeienverkopers, random mensen in een wachtzaal of de Spaanstalige meneer bij de autokeuring (terwijl hij zelf geen Spaans spreekt!).

Zelf heb ik een hekel aan oppervlakkige gesprekken, hou ik al helemaal niet van smalltalk met vreemden die ik later nooit meer zie en in vreemde talen die ik niet goed beheers, oefen ik het liefst van tevoren in wat ik ga zeggen.

Dat hij zo extravert is, irriteert me trouwens niet hoor. Tenzij hij onnozele grappen gaat maken tegen vreemden waar ik me dan plaatsvervangend voor schaam.

Een tweede verschil is zijn enorme flexibiliteit. Dat is mijn poging om een positief woord te gebruiken voor zijn onhebbelijke gewoonte om al zijn opties zo lang mogelijk open te houden, terwijl ik graag een beetje weet waar ik aan toe ben.

‘Ga je straks mee wandelen, Marcel?’
– Misschien wel.

‘Zouden we deze vakantie eens een dagje naar de Ardennen gaan?’
– We zullen zien.

‘Kun je vandaag je bureau opruimen zodat ik deftig stof kan afdoen?’
– Dat weet ik nog niet.

Aaargh.

Maar goed, dat laatste voorbeeld brengt me bij een derde verschil: onze kijk op spullen.

Onderstaande zin vat Marcels visie kort samen:
‘We kunnen dit heel misschien ooit nog wel eens gebruiken, dus we houden het maar beter bij.’

En verder ziet hij mogelijkheden. Oh, de mogelijkheden.

Iets dat kapot is, maar dat nog kan dienen als illustratie bij een technische uitleg aan onze zonen, die daar geen van allen interesse in hebben.

Iets dat kapot is, maar dat hij nog wil herstellen om dan te verkopen. Terwijl zijn to do-lijst nu al de pan uitswingt. En herstelwerken ook niet bepaald zijn hobby zijn.

Iets dat hij ooit heeft gekocht voor een project dat niet is doorgegaan of afgewerkt, maar dat niet weg kan, want het heeft geld gekost. En hij kan er misschien nog wel iets anders mee doen. Hij weet nog niet wat, maar er zal wel een idee komen, hoor.

Uhu, en het zal ook bij een idee blijven!

Zoals je wellicht al aanvoelde, sta ik er enigszins anders in. En deze letterlijke quotes van Marcel illustreren dat perfect:

‘Al een gelúk dat ik u heb tegengehouden toen ge dat wou wegdoen, want kijk, nu komt het toch van pas.’
Triomfantelijk grijnzend natuurlijk. Maar over wat ik al helemaal terecht heb weggedaan waardoor hij nu meer plaats heeft voor de spullen van zijn nieuwe projecten, daar hoor ik hem niet over.

‘Ik weet zeker dat we dat vroeger in huis hadden, maar ik kan het niet vinden. Gij hebt dat weggedaan, zeker?’
Heel misschien. Of je vindt het niet meer terug omdat er weinig organisatie zit in je ’mogelijkheden’.

Het is wel duidelijk: ik zou het dus liever allemaal wat minder willen. Leger. Rustiger voor het oog. Mooi georganiseerd.

Dat laatste wil hij trouwens ook wel hoor. En hij verzekerde me dat het ook wel in orde zal komen. Als hij eens tijd heeft. En zin. En motivatie.

Ben ik te optimistisch dat ik tóch nog hoop heb?

Enfin, wil ik je met deze blogpost overtuigen dat ik beter ben dan hij? Nee gij! We zijn gewoon verschillend. En dat mag gewoon.

Maar dit is míjn blog. En hij is ambetant.

Leave a Comment

Scroll to Top